Brandbeveiliging in gebouwen - Ontwerp van rook- en warmteafvoersystemen (RWA) van gesloten parkeergebouwen
Deze norm heeft tot doel de voorwaarden te bepalen waaraan de RWA systemen (Rook en Warmte Afvoer) ingesloten parkeergebouwen voor wagens, met één of meerdere niveaus, moeten voldoen, om de verspreidingvan rook en warmte bij brand in de parking te beperken, de toegang tot bij de brandhaard op een veilige maniermogelijk te maken en de interventie te vergemakkelijken.NOOT Voor parkeergebouwen met geringe vrije hoogte, waar alleen RWA met horizontale mechanische ventilatiemogelijk is, heeft deze norm niet als bedoeling alle nooduitgangen rookvrij te houden. In dit geval moet de ontruimingvan personen dus zo snel mogelijk gebeuren. Bij parkeergebouwen met voldoende vrije hoogte om een ventilatie doorverticale opstijging van de rook te realiseren, kan het RWA systeem ook bijdragen tot het verzekeren van een veiligeontruiming.Deze voorwaarden worden beschreven voor verschillende ontwerpkeuzen die worden verondersteld eengelijkwaardige graad van veiligheid te bewerkstelligen. De aangenomen ontwerpkeuze moet worden gerealiseerdconform alle in deze norm gestelde voorwaarden, die bestaan uit gemeenschappelijke voorwaarden voor alleontwerpkeuzes en uit bijzondere voorwaarden voor de aangenomen ontwerpkeuze.De huidige norm is van toepassing op gesloten, publieke of private parkeergebouwen, bedoeld voor het parkerenvan personenvoertuigen en voor kleine bedrijfsvoertuigen.Deze norm is niet van toepassing op een open parkeergebouw zoals gedefinieerd in paragraaf 3.1.Deze norm is niet bedoeld voor het ontwerp van de dagelijkse verluchting van het parkeergebouw en dekt ookniet de bijzondere risico' s (ontploffing, gaslek) die uitgaan van wagens met LPG (vloeibaar gemaakt gas) of CNG(samengedrukt natuurlijk gas). Deze norm bepaalt niettemin een aantal voorwaarden waaraan de RWAsystemen die werken met mechanische ventilatie moeten voldoen, wanneer zij ook als permanente ventilatie vanuitlaatgassen worden gebruikt.
View in