Beton - Methodologie voor de evaluatie en attestering van de gebruiksgeschiktheid van inerte grondstoffen bestemd voor beton
Deze norm bepaalt en beschrijft een (referentie)methodologie voor de evaluatie van de gebruiksgeschiktheid van inerte grondstoffen die onder het toepassingsgebied vallen van NBN EN 12620 of NBN EN 13055, voor gebruik in beton conform NBN EN 206 en NBN B 15-001 of NBN EN 13369 en NBN B 21-600. Deze methodologie kan ook geheel of gedeeltelijk toegepast worden voor betonproducten die vallen onder specifieke productnormen, voor zover de bepalingen van deze norm van toepassing worden gesteld. Deze norm heeft geen betrekking op milieuhygiënische aspecten en potentiële radioactiviteit. Zowel de algemene gebruiksgeschiktheid voor het gebruik in beton als de specifieke gebruiksgeschiktheid voor bepaalde toepassingen of toepassingsgebieden wordt beschreven. Deze methode dient niet te worden toegepast voor inerte grondstoffen die voldoen aan de eisen van NBN EN 206 en NBN B 15-001 en die gebruikt worden binnen de voorwaarden opgenomen in deze normen, gezien voor deze grondstoffen de algemene en specifieke gebruiksgeschiktheid reeds werd vastgelegd.Deze norm is van toepassing op:• Het gebruik in beton van grove granulaten die beantwoorden aan artikel 5.1.3 van NBN EN 206:2013+A2:2021 en NBN B 15 001:2022 en waarvoor een toepassing beoogd wordt die buiten de voorwaarden van NBN EN 206 en NBN B 15-001 valt.• Gerecycleerde granulaten die voldoen aan NBN EN 12620, maar niet beantwoorden aan artikel 5.1.3.1 of artikel 5.1.3.2 van NBN B 15-001:2022.• Het gebruik in beton van zanden met eenzelfde oorsprong als de hierboven genoemde grove granulaten en waarvoor een toepassing beoogd wordt die buiten het kader van NBN EN 206 en NBN B 15-001 valt.• Het gebruik in beton van filler met eenzelfde oorsprong als de hierboven genoemde grove granulaten en waarvoor een toepassing beoogd wordt die buiten het kader van NBN EN 206 en NBN B 15-001 valt.• Granulaten, zanden en fillers die niet beantwoorden aan artikel 5.1.3 van NBN EN 206:2013+A2:2021 en NBN B 15 001:2022, op voorwaarde dat ze anorganisch zijn. Voor deze grondstoffen dient bijkomend een specifieke risicoanalyse uitgevoerd te worden in functie van de beoogde toepassing.• Het gebruik in beton van een combinatie van hogervermelde inerte grondstoffenDeze norm is niet van toepassing op:• Het gebruik in beton van all-in granulaat met D > 8mm.De herkomst, de samenstelling en de prestaties van het beoordeelde product worden initieel bepaald en vastgelegd. Bij levering voldoen de prestaties aan de verklaarde waarden.
View in