Dit document biedt een gemeenschappelijke aanpak en richtlijnen voor degenen die de belangrijkste veiligheidsrisico' s beoordelen als onderdeel van de planning, het ontwerp en de exploitatie van LNG-faciliteiten aan land en langs de kust, met behulp van risicogebaseerde methoden en normen, om een veilig ontwerp en een veilige exploitatie van LNG-faciliteiten mogelijk te maken. De milieurisico' s die gepaard gaan met een LNG-lozing worden in dit document niet behandeld.Dit document is van toepassing op zowel export- als importterminals, maar kan ook van toepassing zijn op andere faciliteiten, zoals satelliet- en piekbesnoeiingsinstallaties.Dit document is van toepassing op alle faciliteiten binnen de terminal en op alle gevaarlijke stoffen, waaronder LNG en aanverwante producten: LPG, aardgas onder druk, geurstoffen en andere ontvlambare of gevaarlijke producten die in de terminal worden behandeld.De navigatierisico' s en de intrinsieke operationele risico' s van LNG-tankers worden erkend, maar vallen buiten het bestek van dit document. Gevaren die voortvloeien uit de interfaces tussen haven, faciliteit en schip worden behandeld en de eisen worden normaliter gesteld door de havenautoriteiten. Er wordt van uitgegaan dat LNG-tankers zijn ontworpen volgens de IGC-code en dat LNG-aangedreven schepen die bunkerbrandstof ontvangen, zijn ontworpen volgens de IGF-code. De grens tussen havenexploitatie en LNG-installatie wordt bereikt wanneer de verbinding tussen schip en wal (SSL) tot stand is gebracht.Dit document is niet bedoeld om acceptabele risiconiveaus te specificeren er worden echter wel voorbeelden van toelaatbare risiconiveaus genoemd.Zie IEC 31010 en ISO 17776 met betrekking tot algemene risicobeoordelingsmethoden. Dit document richt zich echter op de specifieke behoeften, scenario' s en praktijken binnen de LNG-industrie.