Elektrische bovengrondse leidingen hoger dan AC 1 kV - Deel -2-7: Nationale Normatieve Aspecten (NNA) voor FINLAND (gebaseerd op EN 50341-1:2012)
1.1 Algemeen(ncpt) FI.1 Toepassing van de standaard in FinlandIn Finland kan de norm EN 50341-1 (deel 1) alleen worden toegepast met behulp van deze NNA (EN 50341-2-7), die de nationale normatieve aspecten voor Finland bevat.De vereisten van de norm worden ook toegepast op bovengrondse laagspanningslijnen (lager dan 1 kV AC). De vereisten van het structurele ontwerp zijn ook van toepassing op gelijkstroom-bovenleidingen, waarbij de elektrische vereisten worden gegeven in de projectspecificatie.Deze norm is alleen van toepassing op nieuwe bovengrondse lijnen.(ncpt) FI.2 Toepassing voor bestaande bovengrondse lijnenBovengrondse lijnen die voldoen aan de mechanische en elektrische eisen van de oorspronkelijke bouwdatum mogen worden geëxploiteerd en onderhouden, als zij geen duidelijk gevaar opleveren.De reparatie en revisie van lijnen kan worden uitgevoerd volgens de voorgaande eisen. Reparatie betekent dat een beschadigd onderdeel wordt vervangen door een soortgelijk nieuw exemplaar. Revisie betekent een bredere verbetering van de lijn om de levensduur ervan te verlengen. De basisstructuur blijft hetzelfde als voorheen.Deze norm moet worden gebruikt voor alle wijzigingswerkzaamheden aan bestaande lijnen. Bij modificatiewerken kunnen ook eerdere normen en standaarden worden gebruikt. In dat geval moet vooral worden geverifieerd dat veranderingen in belastingen geen significante impact hebben op de belasting van lijnen. Onder modificatiewerkzaamheden wordt verstaan b.v. verplaatsing van sommige steunen of een verlenging van een lijn wanneer met deze aanvulling rekening is gehouden in het oorspronkelijke ontwerp, b.v. toevoeging van een circuit of verandering van de geleiders op bestaande steunen.1.2 Toepassingsgebied(ncpt) FI.1 Toepassing op afgedekte geleiders en luchtkabelsDe norm bevat eisen voor het ontwerp en de constructie van bovengrondse lijnen uitgerust met afgedekte geleiders en luchtkabels. Bovendien moeten de vereisten van de apparatuurnormen en de instructies van de fabrikant worden gevolgd.(ncpt) FI.2 Toepassing op kabels voor telecommunicatieDe norm bevat eisen voor de toepassing van telecommunicatiekabels die op gemeenschappelijke steunen met elektrische leidingen zijn geïnstalleerd.(ncpt) FI.3 Installatie van overige apparatuurOp de bovengrondse lijnen mag alleen apparatuur worden geïnstalleerd die bij de lijn hoort (elektrische lijn of telecommunicatielijn). Apparatuur ten behoeve van gemeentelijke diensten of milieubescherming, zoals telecommunicatieapparatuur, verkeersborden, waarschuwingsborden of waarschuwingsballen, mag echter ook worden geïnstalleerd met toestemming van de eigenaar van de lijn.Andere apparatuur dan hierboven vermeld kan ook worden geïnstalleerd op steunen uitgerust met antennekabels, met toestemming van de eigenaar van de lijn.Als er andere apparatuur op de steunen wordt geïnstalleerd, moet rekening worden gehouden met de eisen van veilige werkpraktijken. De installatiehoogte van apparatuur die bedoeld is om door een gewoon persoon te worden geïnstalleerd en onderhouden, moet zodanig zijn dat het werk kan worden uitgevoerd zonder de steun te beklimmen en dat de afstanden voor veilige elektrische werkzaamheden kunnen worden gevolgd (zie norm SFS 6002).Er moet rekening worden gehouden met de extra belastingen als gevolg van andere uitrusting op de lijnsteunen.
View in