Bouwproducten: Beoordeling van het vrijkomen van gevaarlijke stoffen - Deel 2: Horizontale dynamische oppervlakte-uitloogtest
In dit document wordt een dynamische oppervlakte-uitloogproef (DSLT) gespecificeerd die tot doel heeft de afgifte per oppervlakte-eenheid als functie van de tijd te bepalen van anorganische en/ of niet-vluchtige organische stoffen uit een monolithisch, plaat- of velachtig product, wanneer het wordt in contact gebracht met een waterige oplossing (uitloogmiddel). De testmethode is niet geschikt voor stoffen die onder omgevingsomstandigheden vluchtig zijn.Deze test is een parameterspecifieke test die zich richt op het identificeren en specificeren van parameterspecifieke eigenschappen die onder gespecificeerde omstandigheden zijn getest. Het is niet gericht op het simuleren van echte situaties. De toepassing van de resultaten op specifieke beoogde gebruiksomstandigheden kan worden vastgesteld door middel van modellering (niet opgenomen in dit document).De testmethode is van toepassing op min of meer regelmatig gevormde testgedeelten bestaande uit monolithische proefstukken met minimale afmetingen van 40 mm in alle richtingen [volume > 64.000 mm3 (64 cm3)]. De norm is ook van toepassing op plaat- of plaatachtige producten met een oppervlak van minimaal 10.000 mm2 (100 cm2) blootgesteld aan het uitloogmiddel. Producten die ontworpen zijn om water af te voeren (bijv. drainerende tegels, poreus asfalt) en monolithische korrelige producten volgens EN 16637 1:2023, tabel 1, worden ook getest met deze testmethode. Van alle te testen producten wordt aangenomen dat zij hun integriteit behouden gedurende een tijdsbestek dat relevant is voor het beschouwde beoogde gebruik.De aanpassing voor korrelvormige bouwproducten met lage hydraulische geleidbaarheid (bijlage A) geldt voor korrelvormige deeltjes met zo weinig drainagecapaciteit tussen de korrels dat percolatie in percolatieproeven en in de praktijk vrijwel onmogelijk is.Metalen, metaalcoatings en organische coatings op metalen zijn uitgesloten van de reikwijdte van dit document omdat de principes van deze test (diffusie) niet worden nageleefd door deze producten. Er wordt nagedacht over richtsnoeren over de noodzaak van het testen van deze producten.Voor sommige coatings (bijvoorbeeld sommige pleisters met organische bindmiddelen volgens EN 15824 [9]) die intermitterend in contact komen met water, kunnen de fysische en chemische eigenschappen veranderen bij permanent contact met water. Voor deze producten is dit document niet geschikt.Richtlijnen voor de toepasbaarheid van de testmethode op een bepaald product worden beschreven in EN 16637 1.OPMERKING 1 Deze testmethode is alleen toepasbaar als het product chemisch stabiel is en de matrix niet oplost. Voor bouwproducten die eventueel in contact met water gebruikt worden is dit veelal het geval, omdat bouwproducten dan maatvast geacht worden. Als een product bij het beoogde gebruik mogelijk aanzienlijk slijt, kan de test geen goede informatie opleveren. Als het product een aanzienlijke hoeveelheid in water oplosbare verbindingen bevat, b.v. gips of anhydriet kan de matrix (gedeeltelijk) oplossen en leiden tot dimensionele instabiliteit van het proefstuk. In dit geval kan de teststandaard ook niet worden gebruikt.OPMERKING 2 Het is niet altijd mogelijk om de testomstandigheden gelijktijdig voor anorganische en organische stoffen te optimaliseren. Optimale testomstandigheden kunnen ook variëren tussen verschillende groepen organische stoffen. De testeisen voor organische stoffen zijn over het algemeen strenger dan die voor anorganische stoffen. De testomstandigheden die geschikt zijn voor het meten van de afgifte van organische stoffen zullen doorgaans ook van toepassing zijn op anorganische stoffen.
View in