Koelinstallaties en warmtepompen – Veiligheids- en milieu-eisen – Deel 2: Ontwerp, constructie, beproeven, merken en documentatie
In deze Europese norm worden de eisen uiteengezet die verband houden met de veiligheid van personen en eigendommen, worden richtlijnen gegeven voor milieubescherming en worden procedures vastgesteld voor bediening, onderhoud en reparatie van koelinstallaties en terugwinning van koudemiddelen. 
De term koelinstallatie omvat in deze Europese norm ook warmtepompen. 
Dit deel 2 van deze norm is van toepassing op het ontwerp, de constructie en de montage van koelinstallaties inclusief leidingen, componenten en materialen. Dit omvat hulptoestellen die niet worden behandeld in EN 378-1, EN 378-3 of EN 378-4 en die direct zijn gerelateerd   aan deze installaties. Ook worden hierin eisen gespecificeerd voor beproeven, inbedrijfstelling, merken en documentatie. Eisen voor indirecte warmteoverdrachtscircuits worden uitgesloten, met uitzondering van eventuele beschermingseisen in verband met de koelinstallatie. Hulptoestellen omvatten bijvoorbeeld ventilatoren, ventilatormotoren, elektrische motoren en overbrengingssamenstellen voor opencompressor systemen. 
Deze norm is van toepassing op: 
a) stationaire en mobiele koelinstallaties van alle afmetingen, met uitzondering van airconditioningsystemen voor voertuigen die door een specifieke productnorm, bijvoorbeeld ISO 13043, worden afgedekt  
b) indirecte koel- of verwarmingsinstallaties  
c) de locatie van de koelinstallaties  
d) na het vaststellen van deze norm vervangen onderdelen en toegevoegde componenten, indien deze niet identiek zijn qua functie en capaciteit. 
Installaties die andere koudemiddelen gebruiken dan die genoemd in bijlage E van EN 378-1:2016, vallen niet onder deze norm. 
Deze norm is niet van toepassing op goederen in opslag. 
Deze norm is niet van toepassing op koelinstallaties die zijn geproduceerd voor de publicatiedatum ervan als Europese norm, met uitzondering van uitbreidingen op en wijzigingen aan de installatie die na publicatie zijn geïmplementeerd. 
Deze norm is van toepassing op nieuwe koelinstallaties, uitbreidingen van of wijzigingen aan bestaande installaties en op bestaande stationaire installaties die worden overgebracht naar en bediend op een andere locatie. 
Deze norm is ook van toepassing bij de conversie van een installatie naar een ander type koudemiddel in dat geval moet worden beoordeeld of er wordt voldaan aan de desbetreffende hoofdstukken van de delen 1 tot en met 4 van de norm. 
View in