Dit document is van toepassing op verplaatsbare machines voor het doorslijpen van metselwerk en stenen die tijdens het werk stationair worden gebruikt en voornamelijk worden gebruikt in de bouwconstructie van het werk voor het doorslijpen van stenen, andere minerale bouwmaterialen en composietmaterialen met ten minste één steunvlak. Het vermogen voor de rotatie van het gereedschap wordt geleverd door een elektrische of interne verbrandingsmotor.
Dit document behandelt alle significante gevaren, gevaarlijke situaties of gevaarlijke gebeurtenissen die relevant zijn voor machines voor het doorslijpen van metselwerk en stenen op de bouwplaats (zie bijlage A), wanneer ze worden gebruikt zoals bedoeld en onder omstandigheden van verkeerd gebruik die redelijkerwijs door de fabrikant kunnen worden voorzien. Dit document specificeert de passende technische maatregelen om de risico' s die voortvloeien uit de significante gevaren tijdens de levensduur van de machine te elimineren of te verminderen, zoals beschreven in EN ISO 12100:2010, 5.4.
Deze machines zijn ontworpen voor gebruik met roterende diamantdoorslijpschijven met een doorlopende rand en/ of segmentrand.
Dit document is niet van toepassing op:
- doorslijpmachines voor metaal
- hout- en houtzaagmachines
- machines met een ander invoer- of daalmechanisme dan handmatig, of met een pedaal
- mobiele machines op een trolley die over de grond rijdt
- handbediende draagbare slijp- en doorslijpmachines
- handbediende draagbare slijp- en doorslijpmachines gemonteerd op een steun voor gebruik in een vaste positie.
Dit document heeft geen betrekking op de werking van verplaatsbare machines voor het doorslijpen van metselwerk en steen in explosiegevaarlijke omgevingen.
In dit document worden de metsel- en steendoorslijpmachines voor de bouwplaats genoemd: " doorslijpmachines" of " machines" , en doorslijpschijven worden ook wel: " gereedschappen" genoemd.
Dit document is van toepassing op machines die zijn vervaardigd na de datum van goedkeuring van de norm door CEN.