Dit document specificeert de vereisten voor klepbeschermdoppen en klepbeschermers die worden gebruikt op cilinders voor vloeibaar gemaakte, opgeloste of samengeperste gassen.
Ventielbeschermdoppen en ventielbeschermers zijn enkele van de beschikbare opties om flesventielen te beschermen, inclusief ventielen met integrale drukregelaars (VIPR' s) tijdens transport.
Dit document is van toepassing op klepbeschermdoppen en klepbeschermers die inherent de primaire bescherming van een flesklep bieden. Het kan ook worden gebruikt om andere apparatuur te testen (bijv. hanteringsapparatuur) die is bevestigd aan cilinderpakketten, zelfs in gevallen waarin de cilinderklep inherent bestand is tegen schade zonder de inhoud vrij te geven.
Dit document sluit beschermingsmiddelen uit voor flessen met een waterinhoud van 5 l of minder en flessen waarbij de bescherming is bevestigd door middel van aan de fles gelaste of gesoldeerde nokken, of rechtstreeks aan de fles is gelast of gesoldeerd. Dit document heeft geen betrekking op ventielbescherming voor cilinders van ademluchttoestellen.
OPMERKING Kleine cilinders (bijv. medische cilinders) worden gewoonlijk vervoerd in een buitenverpakking (bijv. pallet) om te voldoen aan de transportvoorschriften.
Dit document specificeert geen vereisten die nodig kunnen zijn om de klepbeveiligingsinrichting te kunnen gebruiken voor het heffen van de cilinder.