Dit document specificeert een methode voor het meten van 210Po in alle soorten water door middel van alfaspectrometrie.
De methode is toepasbaar voor het testen van monsters van toevoer-/ drinkwater, regenwater, oppervlakte- en grondwater, zeewater, evenals koelwater, industrieel water, huishoudelijk en industrieel afvalwater na juiste bemonstering en behandeling en voorbereiding van het testmonster. Filtratie van het testmonster kan nodig zijn.
De detectielimiet is afhankelijk van het monstervolume, het gebruikte instrument, de teltijd, de achtergrondtelsnelheid, de detectie-efficiëntie en de chemische opbrengst. De in dit document beschreven methode, waarbij gebruik wordt gemaakt van de momenteel verkrijgbare alfaspectrometrische apparatuur, heeft een detectiegrens van ongeveer 5 mBq l−1, wat lager is dan de WHO-criteria voor veilige consumptie van drinkwater (100 mBq l−1). Deze waarde kan worden bereikt met een teltijd van 24 uur voor een monstervolume van 500 ml.
De in dit document beschreven methode is ook toepasbaar in een noodsituatie.
De analyse van 210Po geadsorbeerd aan zwevende stoffen in het monster valt niet onder deze methode.
Indien gesuspendeerd materiaal moet worden verwijderd of geanalyseerd, wordt filtratie met een 0,45 μm filter aanbevolen. De analyse van de onoplosbare fractie vereist een mineralisatiestap die niet in dit document wordt behandeld [13]. In dit geval wordt de meting uitgevoerd op de verschillende verkregen fasen. De uiteindelijke activiteit is de som van alle gemeten activiteitsconcentraties.
Het is de verantwoordelijkheid van de gebruiker om ervoor te zorgen dat deze testmethode geldig is voor de geteste watermonsters.