Dit document specificeert de methode en het apparaat voor:
— de meting van het delta-ferrietgehalte, uitgedrukt als ferrietgetal (FN), in grotendeels austenitisch en duplex ferritisch-austenitisch roestvast staal[1] lasmetaal door de aantrekkingskracht tussen een lasmetaalmonster en een standaard permanente magneet
— de voorbereiding en meting van standaardpads voor handmatige met metaalboog bedekte elektroden. De algemene methode wordt ook aanbevolen voor de ferrietmeting van productielassen en voor lasmetaal van andere processen, zoals booglassen met gaswolfraam, booglassen met gasafscherming en booglassen onder poederdek (in deze gevallen moet de manier van produceren van de pad zijn bepaald)
— de kalibratie van andere instrumenten om FN te meten.
De in dit document beschreven methode is bedoeld voor gebruik op lasmetalen in gelaste toestand en op lasmetalen na thermische behandelingen waarbij ferriet geheel of gedeeltelijk wordt omgezet in een niet-magnetische fase. Austenitiserende thermische behandelingen die de grootte en vorm van het ferriet veranderen, veranderen de magnetische respons van het ferriet.
De methode is niet bedoeld voor het meten van het ferrietgehalte van gegoten, gesmeed of gesmeed austenitisch of duplex ferritisch-austenitisch staal.

[1] De term " austenitisch-ferritisch (duplex) roestvast staal" wordt soms gebruikt in plaats van " duplex ferritisch-austenitisch roestvast staal" .