Dit document geeft de algemene regels voor een datacommunicatiesysteem aan boord tussen de verschillende systemen die in voertuigen voor openbaar vervoer mogen worden gebruikt, op basis van het internetprotocol (IPv4, [3] en IPv6, [4]). Dit omvat operationele ondersteuningssystemen, passagiersinformatiesystemen, systemen voor het verzamelen van tarieven, enz.
Dit document beschrijft:
- de vereisten voor een IP-netwerk aan boord
- de overzichtsarchitectuur en componenten voor een op IP gebaseerd on-board netwerk
- de modulaire opbouw van de netwerkarchitectuur
- de Service Oriented Architecture (SOA)-benadering en benadering voor het definiëren van services.
Systemen die rechtstreeks verband houden met de veilige bediening van het voertuig (inclusief voortstuwingsmanagement, remsystemen, deuropeningssystemen) vallen buiten de reikwijdte van dit document en worden behandeld in andere normalisatie-instellingen. De in dit document beschreven architectuur kan echter worden gebruikt voor ondersteunende diensten zoals veiligheidsinformatieberichten. Interfaces met veiligheidskritische systemen moeten worden aangeboden via speciale gateways met passende beveiligingsvoorzieningen voor de doeleinden van dit document worden deze enkel beschouwd als externe informatiebronnen.
Dit document is primair bedoeld voor voertuigen met een vaste primaire structuur, waarbij netwerken permanent kunnen worden aangelegd en de systeemconfiguratietaak grotendeels bestaat uit het integreren, aanpassen of verwijderen van de functionele eindsystemen die data produceren en/ of verbruiken. Voertuigen voor openbaar vervoer die bestaan uit eenheden die tijdelijk zijn gekoppeld voor operationele doeleinden (met name treinen waarin afzonderlijke motoren, auto' s of onderdelen routinematig worden aangesloten en losgekoppeld) hebben aanvullende mechanismen nodig om het communicatienetwerk zelf opnieuw te kunnen configureren. Dergelijke mechanismen worden geleverd via andere normen, met name de IEC 61375-reeks [5].