Textielmachines - Veiligheidseisen - Deel 1: Algemene eisen (ISO 11111-1:2016) (CEN version, October 2016)
ISO 11111-1:2016 specificeert veiligheidseisen voor vaak voorkomende gevaren die voorkomen bij de soorten textielmachines en de gevaren van bepaalde machine-elementen die vallen onder ISO 11111-2 tot ISO 11111-7. De standaardreeks wordt aangevuld met de type C-normen ISO 9902 (alle onderdelen) met betrekking tot geluidsemissiemeting en ISO 23771 met betrekking tot maatregelen ter vermindering van geluidsemissie.ISO 11111-1:2016 is van toepassing op machinefabrieken en aanverwante apparatuur bedoeld voor gebruik in de textielindustrie voor de volgende doeleinden:- openen, reinigen, mengen, kaarden, voorbereiding na het kaarden, spinnen en andere bewerkingen van vezels (stapelvezels en filamenten) en andere materialen tot garen of niet-geweven materiaal (inclusief vilt) - wikkelen, dubbelen, twijnen, textureren, enz., van garens en het verwerken van garens voor het weven en breien - weven, breien, kantklossen en soortgelijk gebruik van garen, enz., om weefsel te vormen - vormen van vlechtwerk, koord, strengen, touw, twijn, net, enz., uitgezonderd opwikkelhaspels van machines voor het leggen en leggen van strengen - bewerken, waaronder het voorbehandelen, bleken, verven, bedrukken en afwerken van vezels, garens, weefsels, vlechtwerk, koord etc., en eindmontage voor verzending - stukverven van confectiegoederen - afwerken van ketting- en inslagbreien, inclusief kousen, anders dan het assembleren van het eindproduct (bijv. naaien) - vervaardiging van tapijten door middel van weven, tuften en andere procédés.ISO 11111-1:2016 is van toepassing op alle machines, fabrieken en apparatuur die worden gebruikt tijdens de hierboven genoemde processen, inclusief apparatuur om geautomatiseerde werking van de machines en processen mogelijk te maken in zowel vrijstaande als complexe installaties, zoals transport van pneumatische vezels, maar met uitzondering van andere transport tussen de interfaces van de machines.OPMERKING 1 De norm voor een specifieke textielmachine bestaat normaal gesproken uit twee delen: dit deel van ISO 11111 en het specifieke deel van ISO 11111 dat relevant is voor die machine. Bij niet-geweven lijnen, die vallen onder ISO 11111-3, moet echter ook rekening worden gehouden met ISO 11111-2, ISO 11111-6 en ISO 11111-7.ISO 11111-1:2016 behandelt geen specifieke vereisten voor drukbeheersing.OPMERKING 2 In de EU en EFTA bestaan er specifieke richtlijnen voor onder andere drukvaten en elektromagnetische compatibiliteit.ISO 11111 (alle onderdelen) behandelt gevaren die voortkomen uit het transport, de montage en inbedrijfstelling van de machine, de afstelling, het gebruik, het onderhoud, de buitengebruikstelling, de ontmanteling en verwijdering ervan. Handmatig laden/ lossen wordt beschouwd als onderdeel van de normale werking van de machine.ISO 11111-1:2016 en de andere delen van ISO 11111 zijn niet van toepassing op machines, fabrieken en aanverwante apparatuur die worden gebruikt voor- fabricage van continue filamenten en kunstmatige vezels tot en met de vorming van het eerste textielpakket (bijv. continue filamentkaas, stapelvezelbaal),- hekelen en kaarden van vlas en dergelijke,- fabricage van spingebonden en smeltgeblazen nonwovens,- het vormen en confectioneren van kledingstukken, huishoud- en industriële textielproducten, en het persen en stansen van nonwoven stoffen,- wassen en stomen van geconfectioneerde textielwaren,- onderhoud van textielmachines (bijv. machines voor kaartdraadmontage, reinigingsmachines voor onderdelen van drukmachines), en- bepaalde snij-inrichtingen, b.v. log-snijapparaat, lasersnijden, hoge druk
Bekijk in