Deze Europese norm specificeert de vereisten en testmethoden voor de dekking, maatvoering, aanpasbaarheid en verstelbaarheid, terughoudendheid, ergonomie, constructie, onschadelijkheid en prestatie bij impact die moeten worden geboden door beschermende jassen, lichaams- en schouderbeschermers die worden gedragen door kinderen, jongeren en volwassenen van beide geslachten tijdens het paardrijden, het werken met paarden, het besturen van paarden of het zijn van passagier in een door paarden aangedreven voertuig.
Deze beschermers zijn bedoeld om enige bescherming te bieden tegen stoten als gevolg van vallen van paarden en voertuigen, en stoten op de grond als gevolg van een val of tijdens het werken met een paard. Schokken kunnen tegen de grond zijn of tegen objecten zoals bomen of voertuigen, of schokken kunnen het gevolg zijn van trappen of getrapt worden.
De beschermers die onder deze norm vallen, zijn niet bedoeld om volledige bescherming te bieden tegen verwondingen bij ongevallen met ernstige torsie, flexie of extensie. Eisen aan markering en informatieverstrekking worden gegeven.