Dit document specificeert procedure A, waarbij gebruik wordt gemaakt van handmatige glazen viscometers, en procedure B, waarbij gebruik wordt gemaakt van glazen capillaire viscometers in een geautomatiseerde montage, voor de bepaling van de kinematische viscositeit, v, van zowel transparante als ondoorzichtige producten. Het toepassingsgebied omvat vloeibare aardolieproducten, vetzuurmethylester (FAME), paraffinische diesel, met waterstof behandelde plantaardige olie (HVO), gas-naar-vloeistof (GTL) en biobrandstof-dieselmengsels tot 50% FAME. De kinematische viscositeit wordt bepaald door het meten van de tijd die een vloeistofvolume nodig heeft om onder invloed van de zwaartekracht door een gekalibreerde glazen capillaire viscosimeter te stromen. De dynamische viscositeit, η, wordt verkregen door de gemeten kinematische viscositeit te vermenigvuldigen met de dichtheid, ρ, van de vloeistof. Het bereik van de kinematische viscositeiten dat in deze testmethode wordt bestreken, loopt van 0,2 mm2/ s tot 300 000 mm2/ s over het temperatuurbereik van –20 °C tot +150 °C.
OPMERKING       Het uit dit document verkregen resultaat is afhankelijk van het gedrag van het monster en is bedoeld voor toepassing op vloeistoffen waarvoor voornamelijk de schuifspanning en schuifsnelheden proportioneel zijn (Newtoniaans stromingsgedrag). Als de viscositeit echter aanzienlijk varieert met de afschuifsnelheid, kunnen verschillende resultaten worden verkregen met viscometers met verschillende capillaire diameters. De procedure- en precisiewaarden voor residuele stookolie, die onder bepaalde omstandigheden niet-Newtons gedrag vertonen, zijn opgenomen.