Dit document specificeert verlichtingsvereisten voor mensen op werkplekken buitenshuis, die voldoen aan de behoeften aan visueel comfort en prestaties van mensen met een normale of gecorrigeerde tot normale oftalmische (visuele) capaciteit. Gebruikelijke visuele taken en het vermijden van hinderlijk licht worden overwogen.
Dit document specificeert vereisten voor verlichtingsoplossingen voor de meeste werkplekken buitenshuis en de bijbehorende gebieden in termen van kwantiteit en kwaliteit van verlichting. Daarnaast worden aanbevelingen gedaan voor goede verlichtingspraktijken. Dit document specificeert geen verlichtingsvereisten met betrekking tot de veiligheid en gezondheid van mensen op het werk en is niet opgesteld in het toepassingsgebied van artikel 153 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, hoewel de verlichtingsvereisten, zoals gespecificeerd in dit document, doorgaans voldoen aan de veiligheidsbehoeften.
OPMERKING Verlichtingsvereisten met betrekking tot de veiligheid en gezondheid van werknemers op het werk kunnen worden opgenomen in richtlijnen op basis van artikel 153 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, in nationale wetgeving van lidstaten die deze richtlijnen implementeren of in andere nationale wetgeving van lidstaten.
Dit document biedt geen specifieke oplossingen, noch beperkt het de vrijheid van ontwerpers om nieuwe technieken te verkennen, noch beperkt het het gebruik van innovatieve apparatuur. De verlichting kan worden verzorgd door daglicht, elektrische verlichting of een combinatie van beide.
Dit document is niet van toepassing op de verlichting van binnenwerkplekken en ondergrondse mijnbouw of noodverlichting. Voor binnenwerkplekken, zie EN 12464-1 en voor noodverlichting, zie EN 1838 en EN 13032-3.