Dit document specificeert de veiligheidseisen voor de volgende niet-vaste lasthefwerktuigen voor kranen, takels en handmatig bediende lastmanipulatoren:
a) plaatklemmen
b) vacuümheffers:
1) zelfaanzuigend
2) niet-zelfaanzuigend (pomp, venturi, turbine)
c) hefmagneten:
1) elektrische hefmagneten (batterijgevoed en netgevoed)
2) permanente hefmagneten
3) elektro-permanente hefmagneten
d) hefbalken
e) C-haken
f) hefvorken
g) klemmen
h) hefsystemen voor gebruik in beton met een normaal gewicht,
zoals gedefinieerd in clausule 3.
Dit document stelt geen eisen aan:
- niet-vaste lasthefwerktuigen die in direct contact komen met levensmiddelen of farmaceutische producten en die om hygiënische redenen een hoge mate van reinheid vereisen
- gevaren als gevolg van het hanteren van specifieke gevaarlijke stoffen (bijv. explosieven, hete gesmolten massa' s, stralende materialen)
- gevaren veroorzaakt door gebruik in een explosieve atmosfeer
- gevaren veroorzaakt door lawaai
- gevaren met betrekking tot het heffen van personen
- elektrische gevaren
- gevaren veroorzaakt door hydraulische en pneumatische componenten.
Voor toepassingen met een hoog risico die niet onder deze norm vallen, geeft EN 13001-2:2014, 4.3.2, richtlijnen voor de aanpak hiervan.
Dit document behandelt het bewijs van statische sterkte, elastische stabiliteit en vermoeiingssterkte.
Dit document is over het algemeen niet van toepassing op hulpstukken die bedoeld zijn om boven personen te hijsen. Sommige hulpstukken zijn hiervoor geschikt indien ze zijn uitgerust met extra veiligheidsvoorzieningen. In dergelijke gevallen worden de extra veiligheidsvoorzieningen gespecificeerd in de specifieke eisen.
Dit document is niet van toepassing op hijsbanden, gietlepels, uitzetdoornen, emmers, grijpers of grijperbakken. Dit document is niet van toepassing op elektrisch bediende spreaders voor containeroverslag, die onder EN 15056 vallen.
Dit document is niet van toepassing op niet-vaste ladingbevestigingen die vóór de publicatiedatum zijn geproduceerd.